Menu

Geschiedenis van de Engelse Texelaar

De Engelse Texelaar is uiteindelijk afkomstig van Texel. Daar hebben Engelse fokkers in samenwerking met het Engelse onderzoeksinstituut voor dierfokkerij (Animal Breeding and Genetics Research Organisation) in de jaren 70 27 fokooien en 13 dekrammen gekocht. In Engeland en Schotland bleken de Texelaars het uitstekend te doen. Ook de lammeren pasten zich goed aan bij de weersomstandigheden en de manier van schapenfokkerij daar. Omdat de omstandigheden anders zijn dan in Nederland hebben de fokker in Schotland en Engeland met hun eigen fokdoel een ander selectiebeleid gevolgd dan in Nederland werd en wordt toegepast. het resultaat is een wat groter schaap, minder gedrongen, ooien betere moedereigenschappen en meer melk, terwijl de lammeren heel levendig zijn. De ervaring is ook dat ze door hun betere verhoudingen minder geboorteproblemen geven. De Engelse Texelaar is nog altijd voluit een Texelaar, dus een sterk gespierd schaap, maar geen extremen zoals dikbillen.
De ontwikkeling van de Nederlandse naar de Engelse Texelaar is eigenlijk heel snel gegaan. De Engelse fokkers passen zowel KI (kunstmatige inseminatie) toe als embryotransplantatie. Daardoor heb je een grote selectiescherpte en bereik je sneller je doel. De top van de Engelse Texelaar rammen en ooien brengen daarom bovendien hoge prijzen op: niet zelden boven de 100.000 Engelse ponden. Deveron Vale Perfection bracht in 2014 het record bedrag van 262.000 euro op.

De op één na hoogste geprijsde jonge ram was Knap Vicious Sid. Deze wisselde in 2014 voor bijna 166.000 euro van eigenaar. Op beide foto’s komen de evenwichtige bouw en het sterke beenwerk van de Engelse texelaar goed tot uitdrukking.